Als laatst gekozen worden in een team, niet uitgenodigd worden voor feestjes of het slachtoffer zijn van geroddel. Het klinkt als basisschoolpraktijken, maar helaas komt pesten ook op werk regelmatig voor. Niet echt bevorderlijk voor de werksfeer, kun je je wel voorstellen. Denk je dat het op jouw werk niet voorkomt? Het kan soms in heel subtiele dingen zitten. Dit is hoe je het herkent – én hoe je ermee omgaat.
Pesten herkennen
Soms is het overduidelijk: er wordt steeds achter de rug van een collega om over hem of haar gesproken, hij/zij wordt uitgelachen, of overduidelijk genegeerd. Maar veel vaker is pesten een stuk minder makkelijk te herkennen. Bovendien kan wat voor de een slechts plagen is, voor een ander heel andere betekenis hebben. Als steeds dezelfde persoon het doelwit is van plagerijtjes, heb je kans dat je met pesten te maken hebt.
Houd in dat geval goed in de gaten hoe het slachtoffer hiermee omgaat. Hij of zij kan er voor de buitenwereld misschien om lachen, maar ondertussen een knoop in zijn maag krijgen en met tegenzin naar het werk gaan. Neem hem/haar daarom regelmatig apart om te vragen hoe het écht gaat. Maar, als het gaat om bijvoorbeeld discriminatie of seksuele intimidatie, bestaat de kans dat het slachtoffer hier niet openlijk over wil of kan praten. Check dan bijvoorbeeld regelmatig hoe het met zijn/haar ziekteverzuim staat. Meldt hij/zij zich steeds vaker ziek? Dan is er misschien meer aan de hand dan een griepje.
Lijkt het er inderdaad op dat er op jouw werk wel degelijk gepest wordt? Dan zijn er een aantal dingen die je kunt doen.
1. Houd pestgedrag bij
Als je het vermoeden hebt dat pesten bij jou op de werkvloer voorkomt, houd dan bij waar hem dat precies in zit. Met alleen een gevoel kun je weinig. Maar wanneer je documenteert wat er precies is voorgevallen, wat er is gezegd, wanneer, door wie én tegen wie, heb je een gedegen rapport waarmee je ofwel naar de pester, een vertrouwenspersoon of je leidinggevende kunt stappen.
2. Neem het op voor je collega
Of je zelf nu leidinggevende bent of niet – als niemand voor een gepeste collega opkomt, is de kans dat er iets verandert klein. Maak daarom duidelijk dat je het pestgedrag niet vindt kunnen, zonder iemand direct ergens van te beschuldigen. Pesters hebben lang niet altijd door wat ze met hun gedrag veroorzaken; door ze hier op te wijzen, breng je misschien al een hele verandering teweeg.
3. Stel een vertrouwenspersoon aan
De drempel om te vertellen dat je gepest wordt, is nogal hoog. En zou jij weten wie je hiervoor kunt aanspreken? Een vertrouwenspersoon kan een collega over die drempel heen trekken. Het slachtoffer kan hier zijn verhaal kwijt, want de vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht. Ook kan hij advies en ondersteuning geven. Nog makkelijker is het als ze bij deze persoon anoniem een melding kunnen maken van pesten.
4. Straf pesten af
Wie niet horen wil, moet voelen. Stel een zero-tolerance-beleid op waarin staat wat de gevolgen zijn als je betrapt wordt op pesten. Van een officiële waarschuwing tot daadwerkelijke schorsing – een anti-pestbeleid maakt duidelijk dat pesten in deze organisatie absoluut niet getolereerd wordt.
